Het toendraklimaat

Het toendraklimaat

De toendra is een boomloos gebied in de Arctische regio, waar de omstandigheden extreem zijn maar toch verrassend veel leven voorkomt. Ondanks de barre kou vormen dieren zoals rendieren, poolvossen en sneeuwuilen hier hun thuis. In een tijd van klimaatverandering is de toendra een kwetsbaar maar cruciaal ecosysteem.

Beschrijving en dynamiek

Wie voorbij de noordelijke naaldbossen (taiga) reist, komt terecht in het open landschap van de toendra. Het woord ‘toendra’ is afgeleid van een Russisch begrip dat teruggaat op het Saami-woord voor “boomloos hoogland”. In tegenstelling tot de taiga groeien hier geen bomen: alleen mossen, grassen, korstmossen en dwergstruiken weten te overleven.

Dit komt door het koude klimaat: alleen gebieden waar de warmste maand tussen 0 °C en 10 °C ligt, worden als toendraklimaat aangeduid.

Klimaatkenmerken

  • Permafrost: de bodem is vaak permanent bevroren, wat wortelgroei beperkt en moerassige landschappen creëert.
  • Lage neerslag: vaak vergelijkbaar met een woestijn, maar door de permafrost blijft water aan de oppervlakte staan.

Verspreiding

De toendra komt vooral voor in Noord-Amerika, Groenland, Noord-Europa en Siberië. Ook op hooggelegen plateaus, zoals in IJsland, Scandinavië en de Himalaya, komen toendra-achtige omstandigheden voor – soms zonder permafrost. In het zuidelijk halfrond bestaan vergelijkbare klimaten, zoals in Vuurland en delen van Antarctica, al vallen die officieel onder een ander klimaattype (subpolair-oceanisch, Köppen Cfc).

Landschap & leven

Het landschap bestaat uit open vlaktes en kale berghellingen met een korte, explosieve zomergroei. Menselijke bewoning is schaars, met traditionele gemeenschappen zoals de Inuit die leven van jacht en visserij.

Edwin Rijkaart avatar